De Gotthardtunnel is een verkeerstunnel in Zwitserland. De tunnel doorkruist het Gotthardmassief en vormt de scheiding tussen noord- en zuid-Zwitserland en tevens doorkruist het de hoofdkam van de Alpen. De tunnel heeft twee namen, de Gotthardtunnel in het Duits en de Galleria del San Gottardo in het Italiaans. Het voorvoegsel “Sankt” wordt in het Duits vrijwel altijd weggelaten, in het Italiaans echter niet. De tunnel is bijna 17 kilometer lang.
Alternatieven
Een alternatief is door te reizen over de Gotthardpass. Men moet dan al ruim optijd voor de tunnel de A2 verlaten, soms al voor Altdorf of Quinto vanwege de lange files. De route kan ook vermeden worden door via de San Bernardinotunnel of Simplonpass te rijden. Alhoewel beide routes meer dan 100 kilometer om zijn, lonen ze vaak al vanaf 1 tot 1,5 uur vertraging. Hier geldt dat de kans op files vanwege uitwijkend verkeer bij de San Bernardinotunnel veel groter is dan via de Simplonpass. De Simplonpass is gemakkelijk te berijden, mits men bij het gebruik van een aanhanger een krachtige trekauto heeft.
Sinds 2002 is het aantal ongevallen flink teruggedrongen mede dankzij de dosering van het verkeer. Om de 750 meter zijn vluchthavens van 3 meter breed en 41 meter lang. Elke 250 meter zijn er reddingskamers met overdruk die elk 60 personen kunnen bevatten.
Tweede tunnel
Aan de bouw van een tweede tunnelbuis is begonnen. Deze is in eerste instantie alleen voor de veiligheid aangelegd. Deze biedt een vluchtroute bij ongelukken. Deze tweede buis zou uitgebouwd kunnen worden tot een volledige verkeerstunnel. Daarmee zou het verkeer vier rijstroken kunnen gebruiken. In 2004 is een referendum gehouden over de uitbouw van deze tweede tunnel voor het autoverkeer, maar dat voorstel heeft het niet gehaald.
Gotthardbahn of Gotthardspoortunnel
De bouwwerkzaamheden begonnen op 13 september 1872 aan het zuidportaal bij Airolo en op 24 oktober 1872 aan het noordportaal bij Göschenen. De bouwploegen werkten middels de Firststollenmethode, ook wel de Belgische bouwmethode genoemd, naar elkaar toe[3]. Er werd volcontinu gewerkt in drieploegendienst.
Vooral aan de zuidzijde had men vanaf het begin met grote technische problemen te kampen. Instabiel gesteente, gesteentelagen die soms om de paar honderd meter van aard veranderden, en het regelmatig binnendringen van water, zorgden voor enorme problemen die gedurende de gehele bouw aanhielden. Daar kwam nog bij dat de temperatuur in de tunnel plaatselijk tot 33° en later zelfs tot 40° Celsius opliep. Eind 1872 was in het noorden alleen de eerste 101 meter van de nok van de tunnel geboord en in het zuiden had men met de hand slechts 18 meter ver geboord.
Vanwege de harde steensoorten bleken de door perslucht aangedreven tunnelboormachines niet te voldoen. Er moest daarom met dynamiet gewerkt worden. Onvoldoende ventilatie bemoeilijkte het ademhalen in de met explosiegassen gevulde tunnel. Wanneer er te weinig luchtdruk voorhanden was, werd voorrang gegeven aan het draaiend houden van de machines, en werd het ventileren uitgesteld. Omdat de giftige dynamietgassen ontstekingen aan longen en ogen veroorzaakten, moest de maximale werktijd per ploeg worden teruggebracht naar vijf uur. Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gotthardtunnel